Het B-garnituur presenteert: Syngenor (1990)! Een experiment met supersoldaten c.q. monsters loopt gigantisch uit de klauwen, en voordat men het weet, wemelt het van de bloeddorstige Syngenors (Synthetische Organismen). Als dat maar goed gaat!
Syngenor valt de eer ten deel, dat het de eerste B-garnituur review in de nieuwe stijl is. Weg zijn de punten acteerwerk, special effects, muziek/geluid en plot. Ze worden allemaal samengevat in één, hopelijk wat vloeiender lopend verhaal. Ironisch genoeg verloopt Syngenor als geheel bij lange na niet zo vloeiend…
De film begint met een nogal onverantwoordelijk ingestelde pr-manager. Hij en een collega nemen twee dames van lichte zeden mee naar de kelder van het bedrijf waar ze werken, genaamd Norton Cyberdyne (Terminator anyone?). Het is niet bepaald een doorsnee firma: in de diepste gewelven werkt men aan een nieuw soort supersoldaat, de SYNthesized GENetic ORganism (Syngenor). Het beestje moordt gaarne, kan zichzelf a-seksueel reproduceren, eens per vierentwintig uur en voedt zich met het ruggenmerg van de vijand. Oh, en ze ziet eruit als de nageboorte van een Alien met een gebitsprothese.

Knapperds!
De PR-man en zijn maat gaan van wippenstijn met de vrouwen, maar niet voordat hij “per ongeluk” een Syngenor wordt bevrijd uit zijn opslagplaats. Iedereen dood behalve PR-meneer. Ik zeg “per ongeluk”, omdat de snoodaard heeft laten ontsnappen met enkel de intentie om het bedrijf ten gronde te richten, zodat de directeur wordt ontslagen en hij zijn plek kan overnemen. Oké, dat je de aspiraties hebt om de koning van zijn troon de stoten, begrijp ik, maar om dodelijke, bijna niet om te leggen wezens, die overigens miljoenen dollars kosten, los te laten, vind ik nogal dom en kortzichtig. Hoe krijg je ze terug in hun hok? Krijg je ze überhaupt onder controle? Problematiek waarmee de beste man geen rekening heeft gehouden.
De Syngenor heeft trek in meer doden, want hij komt terecht bij het huis van de man uit wiens brein het idee van de supersoldaten is ontsproten. Hoe hij weet waar hij woont, laat men in het midden. Wat er wel gebeurt, is dat de uitvinder het loodje legt. De Syngenor legt terstond een ei, want hij is er nu eenmaal toch. Het wezen verdwijnt in de duistere nacht, en laat de dochter van de man in tranen achter. Ze zint op wraak!
Ondertussen heeft de pers lucht gekregen van de onreine zaken die zich afspelen bij Norton Cyberdyne. Ze worden afgewimpeld door meneertje PR. Gelukkig dat ze de dochter van de uitvinder tegen het lijf lopen, want zij weet wel een manier om binnen te komen. Ze willen zogenaamd een artikel schrijven over de directeur, waardoor het beste karakter uit de film op het toneel verschijnt en zijn koude kunstje kan doen. We maken kennis met Carter Brown (gespeeld door B-film veteraan David Gale, onder meer bekend van Re-Animator). Visionair. Leider. Charmeur. Drugsverslaafde. Totale maniak. Hij vindt alle publiciteit prima, zo lang het maar allemaal om hem draait. Onderwijl draait er nog veel meer in zijn hoofd, aangewakkerd door de mysterieuze spuiten die hij in zijn nek zet. Hij verandert van een gekke man in een geestelijk gestoorde psychopaat, iets waar David Gale als acteur zijn hand niet voor omdraait. Hij speelt iedereen ondersteboven, scoort met snedige oneliners en is het grootste lichtpuntje van Syngenor.

Zijn karakter op één foto samengevat.
Hij doet wel cool, maar ondertussen zit zijn souterrain vol met kwaadaardige Syngenors. Ook de journalisten en de dochter van zijn voormalige collega hangen hem inmiddels behoorlijk de keel uit, daar hij ze iets te nieuwsgierig vindt. Daarom roept hij zijn management bij elkaar, waarvan niemand hem echt vertrouwt. Hij weet dit maar al te goed, en gevoed door drugs en paranoia, besluit hij om zijn problemen met drastische middelen de kop in te drukken. Hij trommelt zijn elitesoldaten op, zodat zij de Syngenors kunnen opruimen. Of ja, elitesoldaten, een stel veertigplussers met Thunderbirds kostuums en valhelmen. Je voelt aan je water, dat zij het gaan afleggen tegen het echte eliteteam uit deze film…

Ongeveer net zo stoer als Bob de Bouwer.
Gemankeerde reservisten versus Syngenors:
Na dit fiasco, draait Carter volledig door. De journalisten leven nog steeds (hij hoopte erop, dat de Syngenors ze een kopje kleiner zou maken), zijn collegae kunnen zijn bloed wel drinken en de Syngenors worden steeds gevaarlijker. Tijd voor plan B: een ultiem wapen, dat de Syngenors tot een hoopje pulp moet doen veranderen. In een totaal gestoorde, maar briljante scene, test hij het kanon op de PR-man, waarvan weinig van over blijft. We skippen vervolgens naar de journalist en dochterlief, die maar niet weg kunnen komen van de monsters in de kelder. Ze lijken en veilig toevluchtsoord te hebben gevonden, al blijkt het tegendeel waar: ze vinden Carter in de vergaderruimte, met om zich heen de lijken van zijn management. Hij heeft iedereen omgelegd en is volledig de weg kwijt.
De enige andere overlevende, een jongedame die alsmede de rol van directeur wil overnemen, stelt orde op zaken door de Syngenors in een lift te lokken en zodra de deuren opengaan, ze tot een zielig hoopje te reduceren, met behulp van het superkanon. En dat is precies wat er gebeurt. Ze knalt ze overhoop, en de supersoldaten zijn niet meer. Wat!? Dat was het? Nou, zo ongeveer wel. Het is de bekende God-zegene-de-greep. Geen idee hebben waar het verhaal naartoe moet en dan maar zoiets verzinnen is wat menig screenwriter doet, vooral in films als deze. Men probeert haar te stoppen, waardoor het kanon per ongeluk afgaat en BOEM! ook deze beste dame is een hoopje snot. Maar dan, in een scene die regelrecht uit Terminator 2 komt, smelten haar resten samen met die van een Syngenor, waardoor een soort van supermonster ontstaat. Nou ja, supermonster, een wandelend gedrocht dat de naam van Carter roept. Carter loopt naar het beest toe, beest vermoordt Carter. Getergde dochter haalt nog één laatste keer de trekker over en de laatste Syngenor is dood.

Van hoopje mens/Syngenorsiroop…

…naar wanstaltig gedrocht.
Ik weet dat de laatste alinea nogal van hot naar her is, maar geloof me als ik zeg dat de eindscène niet veel anders is. De film, het budget en het geduld van de regisseur raakt op, dus moet er plotsklaps een slot komen. Serieus, dit alles gebeurt in de laatste vijf tot tien minuten. Je voelt je een beetje genept, omdat je tachtig minuten aan trage ontwikkelingen moet volgen, terwijl er vervolgens binnen de kortste keren een olifant met zijn lange snuit het verhaaltje uitblaast. Het is uitgebreid dineren, waarna de kok even snel het toetje in een spuit flikkert en het in je aderen pompt.
Eindoordeel: Syngenor is en oogt goedkoop, heeft een redelijk interessant monster en David Gale, maar mist samenhang. Veel toevalligheden en een dom einde, plus zaken die er met de haren zijn bijgesleept (De Syngenor is een superwapen, maar kan niet tegen water en het moment waarin hij met een mens versmelt) maken dit tot een rommeltje. Toch is het een leuk filmpje, dat enkel als niet al te serieus tussendoortje moet worden gezien.
Cijfer: